Een Ster schijnt ver, in schaam'le stal een Kind,
dat daar in nood op aarde werd gebracht,
een kribbe kreeg in kille stille nacht,
dat op de vlucht was onder wreed bewind.

Een mensheid niet altijd Hem goedgezind,
het leven ruig en duister, ver van zacht,
doch God de Vader gaf Hem kracht en macht,
zo lief had Hij Hem, dit rechtschapen Kind.

Het had een wens: voor ons te zijn een Licht,
een baken dat uit duister ons zou leiden,
die Kerstnacht was de aard' vol hemels licht.

Het duister steelt veel licht in deze tijden,
toch is intact Zijn hartenwens, Zijn licht
van liefde schijnt om harten te bevrijden.