Oud zijn, alles wordt stug,
je loopt met een gebogen rug.
Niets gaat er meer vlot en vlug,
je doet steeds stapjes terug.

Je wereld wordt kleiner, keer op keer,
je leden stram, je botten teer.
Had ik nu niets te schrijven meer,
dan kwam ik om in mijn oud-zeer.

Maar ik mag opzien naar boven,
mijn God zal ik eeuwig gaan loven.
Hij wilde mij van satan roven,
trok mij uit de vurige oven.

Al ben ik kwetsbaar en teer,
Het wordt eens beter weer.
Vernieuwd word ik almeer
Straks volkomen bij mijn Heer.{jcomments off}