De graankorrel beroerde
de zwarte nacht
in angst en pijn,
een levensweg die voerde
naar eenzaamheid
en eeuwig zijn.

De aarde heeft 
haar angst ontvangen
en nam haar
stervend aan,
en in haar
eeuwigheidsverlangen
brak dwars 
door nood en dood
het leven baan,
en uit haar
gouden halmen
ontwaakt het nieuwe graan.
Het brood
van eeuwig leven,
het licht
dat nu blijft branden,
de bron
van ons bestaan.