Schilderen met woorden – woordenstrijd –
schepping en afbraak tegelijkertijd;
ritmische klanken overwegend
Het lichaam in rust
terwijl de geest wandelt
over en langs de zin van de zinnen.

Proevend, beproevend, uitvegend
en opnieuw aanéénrijgend
trachtend de zin – zin te geven.
Worstelend met de woorden,
grammaticaal strijdend met inhoud en vorm.
Knedend, masserend de opkomende woordenbrij;
overdenkend hun waarde en norm.

Proberend het lied te beleven
en het anderen aan te reiken –
overhalend tot meebeleven en meevoelen.

Poëzie bestaat bij de gratie
van in vorm gegoten emotie.
De geest ondergeschikt maken
aan Woord en Geest.
Alleen zo kan de dichter God bedoelen
en het lied op de lippen van anderen geraken.