Jij zorgt waar kan, bij buur en kind
Bij vader, moeder, man of vrouw
Want allen delen in jouw trouw
Wat ook een ander zegt of vindt

Mantelzorg, het klinkt zo goed
Een mantel is vaak lekker warm
Maar zonder ben je beslist arm
En wie voor jou straks zorgen moet?

Want nu al doen jouw botten pijn,
En die ander kan soms zeuren
Wie is er om jou op te beuren?
Wie kan straks jouw mantelzorger zijn?

God slaat zijn mantel om jou heen
Hij zorgt voor jou en geeft je kracht
Is bij je iedere dag en nacht
Die Mantelzorger laat jou nooit alleen.