Waarom word ik een christen genoemd?
Is dat zomaar een benaming?
Nee dat niet, maar ik kreeg die naam van mijn Koning.
Terwijl ik toch verdiend had, om te worden verdoemd!

Is het dan geen wonder dat ik van Christus ben
en door het geloof, ook Zijn zalving deelachtig!
Ingelijfd door Hem, wiens eigen ik ben
Gekregen van Hem, die genadig is en waarachtig!

Ingelijfd, dat is zo rijk; zo innig.
Dat is één zijn met Hem, als een levend lidmaat.
Dat heeft ook in zich, dat ik vrijmoedig;
Zijn naam belijde, ook als het door diepten gaat.

Ja, dat ik mijzelf tot een levend dankoffer,
heel mijn leven, niet aan de wereld, maar aan Hem opoffer.
Niet in oppervlakkigheid of wereldgelijkvormigheid leef,
maar de naam christen waardig, dicht bij Hem; Zijn liefde beleef.

En kracht krijg, om met een vrij geweten;
te strijden, tegen alles wat niet is naar Zijn eer.
En straks na dit leven, ook al ben ik door satan gebeten,
in mag gaan, in de Hemelse heerlijkheid, dat is wat ik begeer!

                                                      (vr. en antw. 32)