Hoeveel stukken daar voor nodig zijn;
Om in die énige troost te mogen leven en sterven?
De Heidelberger zegt van drie, dat is de hoofdlijn.
Zo wil de Heilige Geest het ook in mijn hart kerven.

Ik zal heel goed moeten weten,
hoe groot mijn zonden en ellenden zijn.
Weet ik dat niet, is dan niet alles "schijn"?
Ik moet geraakt zijn in mijn geweten.

Maar wordt de nood dan niet heel groot?
Ja, wordt dan de vraag niet geboren,
hoe wordt ik van die zonde en ellendenood,
verlost en wederomgeboren?

Is er nog een weg ter verlossing?
Nee, in mijnzelf geensinds,
maar zie er is er Eén, die daarginds,
op Golgotha, Zich geofferd heeft tot lossing!

Daarom moet ik ook weten het volgende,
hoe ik Hem daar voor dankbaar zal zijn.
Want Hij heeft niet zomaar geleden die pijn,
maar deed het voor mij; Hij die mij kende.

(vr. en antw.2 H.C.)