Heel kort: Nooit Gods naam zomaar gebruiken,
maar wel een gebod met een diepe achtergrond.
Dat ik Gods naam nooit met vloeken zal misbruiken.
Heb ik daarvoor dan ook wel enige grond?

Zo verschrikkelijk en huiveringwekkend
is vloeken en alles wat daarmee op één lijn staat!
Het is niet die éne vloek, die over mijn lippen gaat,
maar ook al die bastaardvloeken; ze zijn ijzingwekkend!

Waarom is mijn taalgebruik vaak deerniswekkend?
Laat daartoe Gods woord en eer zijn: Ontdekkend.
Want de gevolgen zijn: Vèrstrekkend!
Dat is toch niet opwekkend?

Zo Gods naam door het slijk halen?
Als dat zijn mijn moralen,
dan hoor ik niet bij Gods kinderen.
Gods eer zal dat verhinderen!

Vloeken is zo erg, dat ik ook mezelf terneer haal!
God heeft mij dat als Zijn schepsel niet geleerd.
Het is een uiting van verachting en dat ik faal!
Wil ik door God worden gecorrigeerd?

                          (n.a.v. vr. en antw. 99 H.C.)