in God mijn Vader
mijn Schepper en levensader
 In God de eniggeboren Zoon,
die mij verlost; Hij is zo onuitsprekelijk schoon!
 Die ontvangen is van de Heilige Geest,
in de maagd Maria, waar geen man is bijgeweest!
 Die uit haar - een maagd - is geboren
en daarin mijn vlees en bloed heeft aangenomen!
 Die onder Pontius Pilatus geleden heeft,
opdat Hij mij het leven geeft.
 Die gekruisigd is aan het vloekhout,
om daar mijn zonden te slaan aan het hout.
 Die gestorven is, toen Hij de geest gaf
en ik nog stond; Veraf.
 Die begraven is in het graf,
om te betuigen, dat Hij werkelijk het leven gaf.
 Die neergedaald is in de hel,
was daar mijn plaats niet? Ja, toch wel.
 Die ten derde dage is opgestaan
en hoewel mijn plaats was in het graf, mocht ik met Hem meegaan.
 Die ten hemel is opgevaren,
toen ik Hem mocht nastaren.
 Die zit aan 's Vaders rechterhand
en van daar met mij onderhoudt de liefdesband.
 Die van daar zal terugkomen om te oordelen;
de doden en die dan nog leven!
 Ik geloof in de Heilige Geest,
die mij vernieuwt en geneest
 Ik geloof één heilige algemene christelijke kerk,
die helemaal is: Christus' werk!
 Ik geloof de gemeenschap der heiligen,
waarvan de Bron ligt in het Heilige der Heiligen
 Ik geloof de vergeving der zonden,
daartoe heeft mijn Vader Zijn Zoon gezonden.
 Ik geloof van mijn lichaam de opstanding
en dat zal Hij weer brengen, met mijn ziel in vereniging.
 Ik geloof het eeuwige leven,
dat Hij mij in volle glorie zal geven
en waar ik altijd met Hem mag leven.
Amen, ja amen, dit geloof ik!!!!!

                   (n.a.v. vr. en antw. 23)