Want van U is het Koninkrijk,
ook dat bidt ik in het Onze Vader.
Hij is mijn Levensader;
is als mijn Koning, onbeschrijfelijk rijk!

Ook is van U de kracht Heere!
U hebt alle macht,
om mij het nodige te geven door Uw kracht,
opdat U ontvangen zal, alle ere!

Opdat Uw naam wordt geprezen.
Ik die naam zal vrezen,
want hoe is Uw naam gerezen,
tot heerlijkheid en zal dat altijd wezen!

Niemand op deze aarde,
draagt zo'n naam als U: Want die is heilig!
Dat ik hem dan schat op waarde
en mij weet in die naam: Veilig!

Niemand kan hier regeren, zonder Uw gratie.
U geeft niet alleen leven, maar bent ook hèt Leven!
Uw Koninkrijk kent geen "inflatie".
Ze behoudt haar heerlijkheid! Ze wil mij vreugde geven!

                                     (n.a.v. vr. en antw. 128 H.C.)