Waarom noem ik Hem mijn Heere?
Die naam betekent voor mij; mijn Weldoener.
Die mij aan lichaam en ziel weldoet, heel teder
en liefde schenkt, opdat niemand mij deere.

Die mij gekocht heeft, niet met zilver of goud,
maar Hij kocht mij op het kruis van hout.
Daar, waar Zijn bloed voor mij stroomde
en dat is echt zo, al zou u denken dat ik droomde.

Liefde, diep uit Zijn hart; peilloos.
Liefde, zo heilig; feilloos.
Liefde, altijd bereikbaar; tijdloos.
Liefde, van Hem, die was en is; schuldloos.

Hij heeft mij verlost van de duivel.
Van diens heerschappij, wiens raad ik heb ingedronken.
Maar Jezus is mijn Heere, die mijn liefde voor Hem deed ontvonken.
Voor Hem, die voor mij wil zijn: een beschermende "luifel".

Hij, die mij tot Zijn eigendom maakte.
Die zichzelf voor mij gaf, als een rantsoen.
Gisteren, heden, nu en toen
en zo voor eeuwig als mijn Heere tot mij genaakte.

                              (n.a.v. vr. en antw. 34)