Heeft God mij dan verkeerd geschapen?
Stel ik mij weleens die vraag?
En zeg ik dat soms heel graag,
om dat te gebruiken als wapen?

Als wapen tegen mijn God en maker,
terwijl Hij mij geschapen heeft: Zo goed!
Of is dat voor mij, of dat het er niet toe doet
en gebruik ik het tegen God, alsof Hij is de veroorzaker.

Hij heeft mij geschapen in ware gerechtigheid,
opdat ik Hem zou kennen
en eerlijk zou bekennen,
ook te zijn geschapen, in ware heiligheid.

O, wat ben ik kwijtgeraakt.
God heeft mij zo niet bedoeld
en nu heb ik alles omgewoeld,
ondanks, dat Hij mij tot Zijn eer heeft gemaakt.

Gemaakt, om Hem te lieven en te loven.
Gemaakt, om te willen wat Hij wil.
Gemaakt, om mij te richten op wat is van boven.
Gemaakt om eeuwig te leven; Daarvan word ik stil.

                                (vr. en antw.6 H.C.)