Onbekeerd zalig worden, is dat naar Gods orden
Nee, want we zullen en dat is echt nodig;
Wederomgeboren moeten worden,
door Woord en Geest! Al het andere is "kwaadaardig".

Zonder dat mijn oude mens zal sterven,
zal ik Gods Koninkrijk niet beërven.
Als ik in die oude mens blijf, blijf ik onterft;
Laat dat in mijn ziel staan ingekerft!

Het zal ook moeten gebeuren: Tijdig,
want de tijd hier op aarde is kortstondig.
Dus laat ik me niet houden: Afzijdig,
daartoe wordt ik opgeroepen; heel grondig!

Dat ik aan de vruchten zal laten zien;
dat ik Christus volg en Hem dien.
En ook al is het, dat ik niets verdien;
Hij is mijn liefde waardig en bovendien:

Heeft Hij recht op heel mijn leven.
Hij is mijn Schepper, die mij ook onderhoudt.
Mij wil vergeven in veelvoud!
Zal ik Hem dan niet alle eer geven!

                    (n.a.v. vr. en antw. 87)