De boodschap dreunt na
van de doktersvisite:
‘Houd moed en doe wat u kunt.
Gaat u vooral
van het leven genieten
voor de tijd u nog gegund.’
‘Houd goede moed’
echoot 't in zijn oren.
Waar haalt hij ‘moed’ dan vandaan?
Zijn toekomst is weg,
want de strijd lijkt verloren,
hij heeft nog maar heel kort te gaan.
 
De wereld is onder
zijn voeten verdwenen
toen de dokter hem zei:
‘De tumor groeit verder
hij is niet verdwenen,
de kans op genezing voorbij’
‘Houd goede moed’,
wat heeft hij te kiezen?
‘Geniet van het leven’, maar hoe?
Wat heeft hij nou aan 
goed bedoelde adviezen?
Niets wat je zegt doet er toe.
 
Hij zoekt de stilte
om met God te spreken
Iets wat hij  nooit heeft gedaan.
‘Zeg me toch Heer
heb ik maanden of weken?
Hoe lang nog mijn aardse bestaan?’
Maar het blijft stil,
slechts de klok hoort hij tikken,
hij voelt zich ellendig, alleen.
Hij proeft een traan
die hij weg tracht te slikken.
‘Houd moed’, maar waar moet hij heen?
 
Op zijn bureau ligt
een blad van de kerk,
dat hij meestal weggooit direct.
Nu leest hij er in  
en zegt: ’Dat is sterk,
De tekst die ik hier nu ontdek:
‘Ben je bedroefd
of terneergeslagen,
dan geeft God je weer  moed’.
Ineens drong het door
dat God hem ook zal dragen
De pijn blijft, maar dit doet hem goed.

2 Korintiërs 7,6 : 'God geeft moed aan wie terneergeslagen is'