Op aarde beleef ik genoeg dagen
waarop ik aan U zou willen vragen:
Heere, geef me in m’n hart een danklied
want zuiver zingen kan ik vaak toch niet.

Heere, hoor mijn stamelend danklied aan
ook al is het soms amper te verstaan.
Dank U voor Uw genade en goedheid.
Straks prijs en loof ik Uw Naam voor altijd.

Heere, wanneer mag ik het lied leren?
Waarmee ik echt alleen U zal eren?
’t Hemels lied wat U hebt gecomponeerd…
waarmee U de Vader Zelf hebt verëerd?

Heere, ik verlang naar die grote dag
waarop ik met hart en mond zingen mag
ééuwig, met zo’n volmaakt lieflijke stem:
’t Overwinningslied vóór en over Hem!