Bij ’t ontwaken deze morgen
voelen wij een groot verdriet,
onze Heiland is er niet,
in het graf ligt Hij verborgen.

Diep van binnen te geloven
in Gods trouwe vaderzorg,
Hem te zien als onze borg,
ons verdriet zo ver te boven,
  
roept ons naar het graf te reizen
nu de steen verdwenen is;
teken van de erfenis
waar Zijn woorden op ons wijzen.

Onze Heiland is verrezen,
d’engel spreekt met vaste stem,
ga maar naar Jeruzalem,
Hij had al de weg gewezen.

Nog verwonderd om de woorden
staan wij bij het open graf
waar de dood het leven gaf
aan Hem die wij toe behoorden.

melodie gezang 161 liedboek voor de kerken
bij Matteüs 28:1-7
te zingen voordat de Paaskaars wordt aangestoken
.