(toen ik gevangen zat onder de Duitse bezetting)

Na maanden van gevangenschap
moesten wij op stap,
want ons groepje vrouwen
werd gebracht naar Scheveningen.
Wat die Duitsers dan wel wouwen
door te slepen met ons vrouwen?
Zij, als machtige bezetters
konden alles dwingen,
ook in Scheveningen.

Een nieuwe celgenoot.
Dat gaf een nieuwe dialoog.
Verfrissend in die saaie dagen
als verveling loodzwaar woog.

Zij was rijker, heel wat rijker
dan wij and're vrouwen.
Zij bezat een bijbeltje,
stiekem weggevouwen
in haar bundeltje kledij.
O, wat was ik blij!

Nu een bijbels, fijn verhaal,
elke dag, bij ieder maal.

Het karig beetje eten,
de hongerige maag,
werden dan vergeten.

Zo wachtten wij op de bevrijding
die eens komen zou.
Op de Nederlandse leiding
en de koninklijke trouw.
Al wisten wij dan niet wanneer,
al hoorden wij geen nieuwsbericht,
op één ding bleef ons oog gericht:
de koningin kwam weer.

40 jaren zijn verlopen.
Bijbels overal!
Iedereen kan er één kopen.

Maar in zoveel landen
snakt men naar een bijbel.
Daar zit men met lege handen.

Er zijn muren om die mensen
soms van steen, zoals bij mij.
Komen zij ooit vrij?

Er zijn muren om die mensen
soms van prikkeldraad,
ingesloten door het kwaad.

Er zijn muren om die mensen
soms onzichtbaar, toch reëel.
Protesteren helpt niet veel.

Verboden is het Woord van God.
Zij lijden zwaar, dat is hun lot.
Velen gaan eraan kapot.

Een bijbeltje ontvangen
blijft een vrome wens
van zo menig mens.

Zo wachten zij op de bevrijding
die eens komen zal.
Op de wederkomst des Konings
en de vreugde overal.
Al weten zij dan niet wanneer,
zonder bijbels nieuwsbericht,
op één ding blijft hun oog gericht,
Koning Jezus, Hij komt wéér!

Lies Land

Uit de bundel: Gods telelens
Vision Evangelische Uitgeverij Groningen