Ik werd omsingeld
en smeekte om mijn leven.

Ik werd berecht...
Bij het wrede spel tussen
crisis en onderhandeling
stierf ik duizend doden...

was ik tegen oorlog
en voor bezetting,
dan was er hoop.

toen ik werd vrijgelaten,
vond je me gans in puin.

Ik vroeg je om zoveel;
om jouw stem,
om erkenning,
om bevrijding,
om mijn waardigheid
als mens.

Kom, reik me de hand,
en kijk met me naar Jezus,
die andere gebroken Mens.
Hij, de Geweldloze,
draagt mijn pijn.