Op de eerste dag van de week,
in de prille dageraad,
kwam Maria Magdalena bij het graf.
                                              ( Joh.20,1)

Zuiver als de eerste dag,
ademlucht vol verte-
hoe bladstil dit hart bij de open
mond van een graf. Vogelstemmen,
geluiden uit de kinderjaren
tuimelen naar binnen:
water danst ruisend als zijde

over de keien- hamerslagen,
amper hoorbaar, veraf
dan dichterbij:
het hart krimpt in herinnering

Was het de stem van een vriend of
het transparante licht dat sprak:
de dode is zoekgeraakt tussen de levenden

Viooltjesgeur omarmt haar, als balsem
dan staat de tuinman
om haar heen

Diana Freys