Maria moest het hun het eerst verhalen,
aan haar gezellen, dat Hij, zo geprezen,
was opgestaan uit 't graf, volmaakt genezen,
zij Hem aanschouwd had in een licht zo stralend...

De aanblik van Zijn aanschijn deed haar stralen,
ze zeeg neer op haar knieën, heel haar wezen
en geest van slag : 'Haar Meester was verrezen,
Rabboeni leeft !' Toch nam ze zonder dralen

het wonderbare van 't gebeuren aan.
Zou ons eenzelfde voorval overkomen,
zou onze geest volledig openstaan ?

Ook zo Hij nog voor Thomas weer moest komen,
zo twijf'len velen aan een voortbestaan,
aan 't Licht, op Paasdag voor ons heil gekomen.