Als de Paaskaars in je is gedoofd
je in niets en nimmer meer gelooft
de dood alle hoop heeft weggewist
en je de hand op je schouder mist.
 
Het dichte tempeldoek scheurend valt
een liefdesbron tot zwart gat versmald
jouw aarde beeft van angst en zielennood
verslindt een mens laatste lichaamsrood.
 
Dan valt door het afgescheurde doek
nieuw hemels licht tot in elke hoek
blijkt de toekomst nu al gekomen
begint het rijk uit onze dromen.
 
Wordt aardse macht ver weggedreven
groeit uit het aardse graf nieuw leven
stenen harten rollen, breken stuk
zuiver linnen wijst naar nieuw geluk.
 
De zon spreekt en verblindt je het oog
verlicht ‘t land onder de regenboog.
je bent verblind en doof door verdriet
maar het hart voelt wat het oog niet ziet
 
Stralen raken je hart en doen het branden
en je voelt nu niet één, maar zelfs twee handen
ze dragen je over de pijn van het gemis
je realiseert je dat er iets veranderd is.
 
Bloedrood schijnt de zon de witte bloesem rood
op een nieuwe weg naar nooit meer angst voor dood
Gods weg die je roept tot liefdesdaden groot
met zijn offer overwon Hij onze dood.