Het was reeds de derde dag.
In alle stilte is Hij opgestaan,
uit de dood en is gegaan,
uit het graf, waarin Hij lag.

De dood kon Hem niet (ont)binden,
want Hij had de prijs betaald,
die God de Vader had bepaald;
Voor mij: Dat wat ik had moeten ondervinden.

Mijn zonden daar begraven!
Ja, heel mijn oude mens.
Zo kon God Zijn genade handhaven.
Dat was ook Zijn Vaderlijke wens!

Het graf is leeg en toch weer gevuld,
maar die daar nu ligt, is mijn eigen "ik".
Ontdaan van alle "opschik".
En heeft God mij met Hemzelf vervuld.

Uit het graf is Hij opgestaan
en heeft Hij mij meegenomen,
om het nieuwe leven in te gaan.
Zo heeft Hij mij aan de satan ontnomen.

Wat dan te zeggen tegen deze dingen:
Hij is opgestaan, nu mag ik eeuwig zingen!