Bij het geopend graf
stond in diep zielsverdriet
een snikkende Maria,
ze zag haar Meester niet.

Zijn lichaam was gestolen!
Waar was Hij heengebracht?
Ze stond daar in de zon
maar in haar ziel was ’t nacht.

Toen vroeg een stem: “Waarom
heeft u zoveel verdriet,
wie zoekt u bij dit graf?”
Maria kent hem niet.

Ze ziet niet dat het Jezus is,
denkt aan een hovenier.
“Zeg mij waar u Hem hebt gelegd
dan haal ik Hem naar hier.”

Dan spreekt de ‘hovenier’
en noemt haar bij haar naam.
Wie zal kunnen zeggen wat
toen door haar is heengegaan?

“Rabbouni” roept zij, “Meester!”
Maar verder komt zij niet
van sprakeloze blijdschap,
nu zij haar Jezus ziet!

Vol liefde en aanbidding
valt zij voor Hem neer,
en zonder woorden looft zij
haar opgestane Heer’.


Johannes 20:11-16