Kunt u dat nou begrijpen?
Dat Jezus weende om uw zonden
Dat Hij, zo diep gebukt in angst en stof,
Daar kroop in de olijvenhof?
Zonder dat Hij zich heeft verweerd,       
Werd Hij 's nachts gearresteerd.

Een kroon werd op Zijn hoofd gezet,
Een purp’ren mantel omgedaan.
Veroordeeld toen, ook naar hun wet.
Ondanks Zijn liefdevol vermaan.
Hij moest en zou gaan sterven.
Kunt u dat nou verstaan?

Aan ’t kruis werd Hij gehangen.
De oorzaak van al mijn verlangen,
Moest ook Zijn Vaders gunst ontberen,
Toen ’t drie uur nacht werd in Zijn leven.
Door dorst en pijn totaal ontkracht,
Riep Hij met macht: ”Het is volbracht”

Liefdevol van ’t kruis genomen
Werd Hij in een nieuw graf gelegd
Heeft die bange plaats voor mij geheiligd.
Op sabbat dan tot rust gekomen.
Op Paasmorgen is ’t geschied.
Jeruzalem hoort: Hij is hier niet.

Het blijde nieuws wordt kond gedaan:
Dat Jezus weer is opgestaan.
Zoals Hij zei, heeft Hij gedaan.
Ik kan het nog steeds niet vatten.
‘k Wil het óók niet meer begrijpen.
’t Is een wonder, ik geloof!

‘k Mag nu hier Zijn naam al roemen
Als ik Hem mijn naam hoor noemen.
Wanneer Hij zich hier, nu levend,
aan de dis, bij brood en beker,
aan mijn ziele-oog vertoont.
Halleluja, lof zij het Lam,
dat al mijn zonden op zich nam.