Daar gaan ze, de twee vrienden;
die terugziende
op het gebeuren met Jezus
onderweg zijn naar Emmaüs.

Blijkbaar is dat hun woonplaats.
Hebben ze nu voor het laatst,
hun Meester gezien?
Voor hun is dat niet misschien!

Ze hadden zo verwacht
-zo werd overdacht-
dat Hij het zou zijn:
de "Verlosser", maar nee en dat doet pijn!

Ze zijn bedroefd;
maar er voegt zich een "Vreemdeling"
bij hun aan en dan worden ze beproefd
-Ze zijn immers "Zijn" leerling-

Weten jullie dan niet,
dat al deze dingen moesten gebeuren?
En ziet,
nu is het gebeurd en jullie treuren!

Met verlangen in hun hart;
luisteren zij en het verlicht hun smart.
Ze zijn bijna thuisgekomen
en vragen "Hem" mee te komen.

Daar bij het eten van het "avondmaal",
zal "Hij" in gebed voorgaan.
Het brood wordt door "Hem" gebroken,
maar nu wordt er iets niet uitgesproken,

want ze zien de tekenen in "Zijn" handen.
Nu "zien" ze de banden,
die hen aan Hem verbinden
en opeens....is Hij niet meer te vinden;

horen ze niet meer Zijn stem,
maar gaan ze gehaast naar Jeruzalem
om hun blijdschap te delen,
met de anderen,  (waren het er velen?)

die Hem ook lief kregen.
Wat een zegen,
Hem te kennen
Zijn genade te omklemmen!