Hij is in de tuin,
ga maar even kijken,
waar hij onder oude bomen,
kan genieten en wat dromen,
rustig, ongestoord,
lezend in Gods Woord.

Hij is in de tuin,
ga maar even kijken,
onder blad en rijpe vruchten,
waar hij biddend heen kan vluchten,
met zijn levenslot,
tot zijn Heer en God.

Hij wacht in de tuin,
op zijn Heer en Heiland,
die zijn lichaam op zal wekken,
onvergangk'lijkheid verstrekken.
Hij is in de tuin,
wacht op Gods bazuin.

1 Korinthe 15:42 - 1 Thessalonicenzen 4:13-18
Voor allen wiens geliefden ons zijn voorgegaan.