Stofzuigen, koken, de aardappels jassen,
samen de boodschappen doen.
Heel regelmatig op kleinkind ’ren passen.
Hoera, ik ben met pensioen.
De stof af gaan nemen,
de ramen gaan zemen.
Ik zweet, ik ploeter, ik zwoeg.
De plantjes begieten,
lekker genieten,
ik heb immers toch tijd genoeg.
 
De kasten opruimen en tijdig opletten:,
de hond uit, drie keer per dag.
De afwas in de vaatwasser zetten,
die ik ook uitruimen mag.
Ik moet niet verzuimen,
de douche op te ruimen,
alles moet heel netjes zijn.
We willen leuk wonen,
dus bedden verschonen,
Pensioen, ja dat is reuze fijn.
 
‘Je hebt het verdiend, na jaren hard werken’
zeiden collega’s spontaan.
Maar ik kan er nog maar weinig van merken,
mijn vrouw gaf mij weer een baan.
‘Stop met dat zeuren,
dit moet echt gebeuren’,
zei ze, ‘ je kunt dit best doen.
Ik wil je nog vragen,
de tassen te dragen’.
Hoera, ik ben met pensioen.
 
Ik ben met pensioen, dat stemt tevreden,
al lig ik doodmoe op de bank.
We hebben nu tijd met elkaar te besteden,
en dat is een reden tot dank.
Ik hoop nog veel jaren,
dat God ons zal sparen,
ik geef mijn vrouw straks een zoen
daarna ga ik stoffen,
mensen we boffen.
Hoera, ik ben met pensioen.