Als De Geest in je leven kwam,
sta je de eerste tijd in vuur en vlam.
Je zou dan, wordt gezegd,
in je eerste liefde zijn.
Je bidt en gelooft oprecht,
dat je daarin blijven zal,
er létterlijk in blijven,
want het is zo adembenemend fijn
dat God je bij Zijn kinderen in wil lijven.

Als langzaamaan dat vurig vuur in je verflauwt,
is dat niet omdat je niet meer van Jezus houdt.
Het is zo dat je verliefdheid, wordt beweerd,
ofwel overgaat, of tot liefde wordt gekeerd.
Verkeerd kan je het bij God niet doen,
Zijn Licht verwarmt met liefdeszoen.
Hardste harten, ijzig koud, ontdooien,
door al dat vele lieve, fijne, mooie
dat uit Zijn Hand in jouw leven
overvloedig wordt gegeven.

In geen menselijke liefde,
in welke vorm ook, is het altijd
enkel rozengeur en maneschijn,
maar God raakt jóu nooit kwijt,
al denk je dat je Hem verloor.
Hij zal er tot in Zijn oneindige,
onbegrensde eeuwige eeuwigheid
met onvoorstelbaar grote Liefde zijn.

Openbaring 2:5;3:15,16,20,22.