De wereld lokte hem geweldig aan,
de vrijheid en het avontuur,
rijkdom, volledig zelfbestuur,
geen knellend, maar een zorgeloos bestaan.

Met vele vrouwen, vrienden om zich heen
ging hij van feest tot feest steeds voort,
smeet alle normen overboord,
maar hij werd arm, dus liet men hem alleen.

Toen meende hij zijn vaders stem te horen.
Tussen de varkens in het modderland
kreeg hij berouw en werd opnieuw geboren.

Hij zag zijn vaders uitgestoken hand,
hij kende hem en wist zich niet verloren,
nog steeds stond vaders hart voor hem in brand.