In de stilte van mijn dromen
schrikt het laatste nieuws voorbij,
zie ik beelden als demonen
ineens zo heel dicht bij.

Mijn dochter ligt te slapen
haar wereld ademt rust,
niet bevreesd van al die kogelgaten
is zij zich van geen enkel kwaad bewust.

Ik zie oude en nieuwe hakenkruisen
glanzend in de zon
veel onschuldig bloed vergruizen
dat stemloos schreeuwt: mijn God waarom ?

Zal men de waarheid ooit bovenhalen ?
Want het establishment is als de dood
opdat hun carrière zeker niet zou falen,
voor hun is rechtvaardigheid maar een woord.

We betuigen ons medeleven
verachten al die haat
maar hoe dikwijls zet ons geweten
ons ook daadwerkelijk op de straat?

Dan droom ik verder van een dag
vroeg of laat
waar ik iedereen vertrekken zag
uit de schaduw van het kwaad.

Die dag sta ook ik weer op
naar de kamer waar mijn dochter ligt
en wereldvrede op de hoogste top
zie ik dan als eeuwige sneeuw op haar gezicht.