We mochten dertig jaren samen leven,
De liefde was zo sterk, zo groot.
We hebben alles aan elkaar gegeven
Toen kwam het einde, kwam de dood.

God heeft hem bij de hand genomen
En in die donk’re winternacht
Mocht hij zomaar bij Vader komen
Heeft God hem in Zijn licht gebracht.

Geen kanker, en geen hersenbloeding
Geen dementie of hartaanval,
In ’t Vaderhuis is hij nu veilig,
Waar ik hem weer ontmoeten zal.

Natuurlijk is mijn hart gebroken,
Het alleen zijn is een loodzwaar kruis
Maar door genade mag ik weten
Straks zijn we weer samen, bij Vader thuis.


Truus heeft dit gedicht geschreven na het overlijden van haar man Han.