Dit jaar verloor ik mijn vader.
Markant, irritant, geliefd, gedreven.
Hoe? Dat hangt af van in welk kader
ik hem bezie in zijn onrustige leven.

Dit jaar verloor ik mijn vader;
nu heb ik geen ouder meer.
Mijn moeder, ooit mijn levensader,
verblijft al langer bij mijn Heer.

Dit jaar verloor ik mijn vader.
Soms hoor of zie ik hem, in flarden.
Herinneringen die als ik ze vergader,
me afwisselend verheugden of verwarden.

Dit jaar verloor ik mijn vader.
Hoe worstelde hij soms met zijn lot,
hoe meer ik hem in gedachten benader,
hoe meer ik besef: U bleef zijn Vader, God.

Dit jaar verloor ik mijn vader.
En al voelde de afstand bij tijden groot,
hij kwam als mens me meer nader
bij het naderen van de dood.

Dit jaar verloor ik mijn vader.
Niet aan zijn dementie, maar aan de kanker.
In zijn verval bleef de Bijbel zijn oplader,
Jezus zijn redder en levensanker.

Dit jaar verloor ik mijn vader.
Al had hij zijn werk en zijn vrouw verloren,
toch prees hij zijn milde Zegenader:
"Uw liefde heeft ook mij verkoren."

Dit jaar verloor ik mijn vader.
Toen hij stierf, was uw genade meer dan genoeg.
Al voelde hij zich soms een loser, een verrader,
hij zei: "Geloofd zij God, die mij steeds droeg."

Zo kan ik verder, alleen en toch verbonden.
Want, Vader, uw liefde bleek sterker dan de dood.
Al verloor Jezus zijn leven door onze zonden,
Hij leeft! Uw liefde is onuitblusbaar groot!

Dit jaar bleef U, ondanks verlies, mijn Vader.


(Geschreven na het overlijden van mijn vader in 2019,
geplaatst op de geboortedag van mijn moeder.)