Ik voelde me verlaten, geheel alleen gelaten;
Aan boord zaten wij het, vissend, samen te bepraten.
Hij ging zijn eigen weg, zijn weg was ons ver vooruit;
Toen hoorde ik die ene stem, hij klonk van ver, niet luid.
 
Ik heb je bij je naam geroepen, je bent van mij!
Moet je door het water gaan – ik ben je nabij.
Het is de Heer! Zo zei Johannes naast mij in de boot,
Waarop ik me ontkleedde en in het water schoot.
 
Mijn Heer, Hij zat te eten in het mulle oeverzand,
Deelde het brood en vis met zijn doorboorde hand.
Hij sprak: eet, opdat jullie mij kennen en vertrouwen,
Het is volbracht, Ik gaf mezelf om jullie te behouden.
 
En voor de derde keer juichte mijn hart en kende ik,
Zag de goedheid van de Heer in zijn uitnodigende blik.
Jullie zijn mijn getuigen, ga heen, ga in mijn naam vissen
En heb geen angst, eens zal ik je tranen voor eeuwig wissen.

3e zondag van Pasen / Misericordia Domini