Het is een sombre dag, een droeve.
Het is nat en triest, daar aan haar groeve.
't Motregent, de dood is koud en kil.
Geen woord gesproken, het blijft stil.
 
Elk verwerkt hier heimelijk verdriet.
Om haar, die daags ervoor het leven liet.
Moeder, oma, vriendin en buurvrouw,
Was haar wereld, thans omfloerst door rouw.
 
De bloemen op haar kist verwelken.
Rozen, rood-oranje, leliekelken.
Zij leefden slechts een kort bestaan,
Om ook tot stof weer te vergaan.
 
Langzaam daalt ze in de koude aarde.
Ontdaan van haar menselijke waarde,
Om terug te keren naar de warme bron,
Waar alle leven ooit begon.
 
Zij ruste in vrede lieve Heer,
Kalm wachtend op Uw wederkeer.