Eens leek alles ongestoord,
geen zorgen, geen verdriet.
alles gaat zoals het hoort,
je leeft je leven en geniet!

En dan ineens die mokerslag,
die je in stukken hakt.
gebroken en totaal van slag,
ben je voorgoed geknakt!

Wat doet het leven mij toch aan,
dit had ik nooit verwacht .
je denkt wat heb ik fout gedaan,
aan zoiets nooit gedacht!

Uit het diepste van mijn ziel,
roep ik gesmoord tot God
waarom ik van mijn voetstuk viel,
waarom is dit mijn lot!

Een breekpunt tussen God en mij,
van beide kanten is het stil.
de scheuring komt nu heel dichtbij,
of Hij mij niet meer hebben wil!

Uw wil geschiedde Here God,
Ik schreeuw, mijn knieën zijn verstijfd.
met velen deel ik nu mijn lot
omdat U in mijn hart verblijft!
Anton van der Haar