Regelmatig voelt zij de pijn,
zij betekende veel in haar leven,
nog even een woord een kus,
of nog een knuffel geven.

Nooit meer gezellig samen
aan de koffie of de thee,
nooit meer verhalen voorlezen
wat ze graag voor haar deed.

Maar de herinneringen
blijven aan die mooie tijd,
die blijven in haar gedachten,
die raakt ze niet meer kwijt.

Ook al zit ze weleens
te huilen om het gemis,
maar één ding mag ze
weten dat er altijd is.

Ook al kent ze hier
verdriet en pijn,
ze mag weten dat de
Heere met haar zal zijn.

Zo voelt zij zich
iedere dag gedragen,
door een Vader die
ze alles mag vragen.