het verleden nadert met rasse schreden
bij een mooie dag in morgendauw
de toekomst in het grauw vergleden
door twee vogels uit het hemelsblauw

kan men die dag een echo horen
van de vleugels in een nazomerwind
fluitend door die hemelshoge toren
nogmaals in het even kind

of zal men de stemmen kunnen vinden
in dat diep donker hellegat
welk de Zon voor eeuwig doet verblinden
alleen God weet, hoeveel zielen in het zwart

de regen zal die dag moeten stromen
om te verdrinken het verdriet
weg te spoelen die duistere dromen
de dag, toen het blauw ons leven verliet
 

Richard M. du Prée
3 september 2002