Ik weet nog goed, in ‘onze tijd’
hadden we haast niets.
We deelden elkaars kleren
en ook een oude fiets.
Toch waren we tevreden
en hadden vaak veel pret.
Ik sliep toen met mijn broertje
in een hoog stapelbed.

We speelden met Meccano,
dan maakten we wat moois.
En we waren apentrots
op onze Dinky Toys.
En voor wat contributie
hadden we radio.
Dat heette distributie.
Ach ja, toen ging dat zo.

De melkboer kwam langs de deur,
iets wat ik nooit vergeet.
Een touwtje uit de brievenbus,
waarmee hij open deed.
Dan zette hij de ‘losse melk’
bij ons in de gang.
En inbrekers die had je niet,
daarvoor was niemand bang.

Bij mooi weer buiten spelen
met vriendjes op de stoep.
De jongens gingen voetballen,
de meisjes hoelahoep.
Meestal waren twee jassen
gevormd tot de goal.
En elke zondag gingen we
trouw naar de zondagsschool.

Dan stopten we een kwartje
in de zending pot.
We hoorde de verhalen daar,
die gingen over God.
Soms denk ik wel weemoedig:
‘Je had toen zekerheid’.
Het is nog slechts herinnering:
‘Die goeie ouwe tijd’.