Ik hoor mijn juf zacht praten
	ze komt eraan geslopen
	staat daar naast mijn tafel
	met een boos en rood gezicht
	jouw werk is veel te slordig
	het stikt weer van de fouten
	let toch even op
	jij hebt slecht werk verricht.
	Mijn hand begint te trillen
	ik wil dit niet meer horen
	laat mij hier maar weggaan
	ik bibber van de stress
	‘k verbeter snel mijn fouten
	het wordt een echt gemaggel
	ik mompel heel snel sorry
	en zucht ik doe mijn best.
	Geef mij toch de tijd
	om alles goed te maken
	dan vraag ik aan mijn Vader
	of Hij mij bij wil staan
	dan zal ik laten zien
	dat elke situatie
	zich ten goede keert
	daar kunt u van op aan.
	Ik bel wel naar jouw vader
	zegt juf in haar ontzetting
	geef mij jouw mobieltje
	die wil ik hier niet zien
	verbaasd kijk ik haar aan
	ik heb geen telefoontje
	u dacht toch zeker niet…
	of toch wel heel misschien..?
	Zou ik mijn aardse vader
	vandaag om hulp gaan roepen
	dat kunt u echt vergeten
	er is Eén die mij goed kent
	ik hoef Hem niet te bellen
	Hij hoort en komt mij helpen
	en het is vast en zeker
	dat Hij mij uitkomst schenkt.
                    
-