Met lege handen staat zij voor hem
die oordeelt over leven en dood.
Hij schudt zijn hoofd en zwijgt. 
Zij voelt zich kwetsbaar en bloot. 

Voor haar is niets meer de moeite waard:
Boven haar hoofd hangt Damocles' zwaard. 
Zij ruikt de geur van dood en verval 
en bovenal

verkrampen angst en verdriet haar hart. 
Eenzaam en verward 
tast zij naar een troostend Woord:
Zal haar gebed door God worden gehoord?