God, ik ben al zolang ziek en moe,
kijkt U alleen maar toe?
Ik raak verstrikt in mijn gedachten,
God hoe lang laat U mij nog wachten?
Ik voel me eenzaam en verslagen,
hoelang blijft de vijand mij nog belagen?

God, ik ben al zolang ziek en moe,
kijkt U alleen maar toe?
De vijand probeert mij van U af te houden,
door te zeggen stel op Hem toch geen vertrouwen.
De vijand fluistert, God laat je los, Hij laat je gaan,
kijk maar achterom naar je ellendige bestaan.

God, ik ben al zolang ziek en moe,
kijkt U alleen maar toe?
De vijand zegt: het is niets anders dan ellende en verdriet,
zo’n God wil je toch zeker niet?
Wat heb je nu aan Hem,
Hij hoort vast alles, maar niet jouw stem.

God, ik ben al zolang ziek en moe,
kijkt U alleen maar toe?
Maar als ik terugkijk op mijn leven,
is er naast verdriet veel meer zegen.
Ik heb God leren kennen in vreugde en verdriet,
een grotere zegen ken ik niet.

God ik ben al zolang ziek en moe,
maar ik weet, U kijkt toe.
U bent bij mij alle dagen,
ook bij grote levensvragen.
Ik mag bouwen op Uw trouw,
daarom zeg ik met heel mijn hart dat ik van U hou!

Dit gedicht is geschreven n.a.v.: Klaagliederen 3: 18-23

18-09-2018
{jcomments on}