Ik zing een lied onder de linde,
een lijster voert de boventoon,
we zingen samen op naar boven,
de lijster luistert in de kroon.
Als mijn lied is uitgezongen
zingt hij boven mij weer door,
nu luister ik naar wat ik hoor.

Samen loven we de Schepper,
ieder op een andere wijs,
in de pauze zingt de schepping,
voert ons mee op hemelreis.

Lijster in de hoge linde,
klaproos in het groene gras,
blijf getuigen van die vrede
die zo levend bij ons was.