‘t  Spinsel van de spin
in schrille ochtend zon
met druppels dauw bekleed
alsof ze zilver spon

Zo volmaakt en mooi
is dit herfst tafereel
naast de gevallen bladeren
een wonder mooi geheel

De wind waait door het web
de rag zo mooi gesponnen
de spin kijkt toe en denkt
waar ben ik aan begonnen

Ze pakt de draad weer op
gaat ijv’rig aan het werk
daar waar haar draad was losgegaan
is het nu ijzersterk

Wie kijkt naar de natuur
-God schonk ons deze pracht-
put ook uit dit verhaal
weer nieuwe moed en kracht