Op zijn  rustige manier
was hij aanwezig, altijd bezig
voor mensen zonder wil en stem.
De dominee van hen
die hem niet kenden.
Hij bezocht  hen vele malen,
kende hun leven en verhalen.

Soms zeiden mensen:
't heeft geen zin'.
Maar daar geloofde hij niet in.
Hij had een speciale opdracht,
die hem bij ieder bed bracht.
Dan zei hij: 'dag mevrouw,
of dag meneer, hier ben ik weer'.

Hij sprak met hen
alsof ze hem begrepen.
Hij zei: 'je weet toch nooit
wat ze nog horen, weten'.
Hij bad met hen, vertrouwde woorden
en voor hij ging, zong hij met hen een lied.
Over een Heer, die altijd bij hen was
in vreugde en verdriet.

Mijn hart wordt warm
van mensen zoals hij.
Zo trouw, respectvol
voor de machteloze.
Hij kwam als afgezant
van God, zijn Meester, boven
en bracht voor ieder Licht en Liefde mee.
Daarom zeg ik, omdat zij dat niet konden;
'dank voor ´t bezoek, tot ziens hoor, dominee'.