De zee leek onherbergzaam, onleefbaar en gevaarlijk
toen ik schipbreuk leed, totdat ik ervoer
dat de zee me kon dragen ….

Ik dacht dat ik verdrinken zou,
in de grote, woeste Stille Oceaan,
toen mijn scheepje schipbreuk leed,
omdat ik reddingsboei noch wrakhout had
en ik spoelde nergens aan.

De zee was koud en zout,
vrat om me te verslinden,
mijn S.O.S. kreet ik stil
tot sterren en engelen,
gestorven beminden.

Ik zonk en werd weer opgetild,
keer op keer op keer op keer,
heb het eindelijk uitgegild:
"Save my soul, o Heer."

Eindelijk kwam mij het gebed
tot de Enige die allen redt,
brak mijn verzet.

Mijn moeite deed er niet meer toe. 
Me veilig wetend, hoewel moe,
aanvaardde ik Zijn offer,
gaf ik me over.

Toen luwde de storm in mijn hart,
geen ziedende zee ging mij nog te hoog,
Ik keek anders naar mijn strijd en smart
en wist dat alles loog
wat mij verlammen wou in de angst
voor die dreiging van het water
dat mij evengoed dragen zou,
tot het einde, nu of later.

Wat ik dacht niet te kunnen noch te durven,
op de hoogste golven kon ik surfen,
in zuigende kolken liet ik mij zinken,
omdat in mijn hele wezen bleef klinken:
"My soul is saved, mijn S.O.S. is verstaan,
ik ben gehoord, kan in diepste diepten gaan."

2003{jcomments on}