Aangespoeld
als sprokkelhout
tot de bodem gegaan
eindelijk dit weidse uitzicht
met mijn neus in de modder
opnieuw op weg gegaan

Zo nederig
zo laag
dat het pad
mijn hoofd deed buigen
geen pardon
de wortel
van dit aards bestaan
aangeraakt
door hemelse liefde
aangedaan

Al dat stille mijmeren
en denken
ik mag het steeds weer
laten gaan
me laten leiden door
Zijn stille wenken
de smalle weg begaan