De brede weg leek erg aantrekkelijk
maar het was een hele toer,
want er was agressie en veel boosheid
kwaad en dood lag op de loer.

Dus liep ik snel een huis in
maar daar was veel geraas,
van ruzie en van zelfzucht
egoïsme was de baas.

Toen vluchtte ik het bos in
en ging zitten op een bankje,
een vogel begon te fluiten
zittend op een rankje.

Ik verstond het melodietje
dat wat de vogel floot,
een lofprijs voor zijn Schepper
hij maakte God zijn Maker groot.

't Smalle pad ging diep het bos in
overal klonk een glorielied,
een vogelkoor van lofprijs
voor Hem Die vrede biedt.

Aan 't einde van het bospad
verscheen een regenboog,
met schitterende kleuren
volmaakt en hemelhoog.

En midden in de kleurenpracht
stond Hij en keek mij aan,
de Hemeldeur was open 
en ik mocht binnen gaan.