Het is voldoende voor één dag
Te bidden en te zorgen
Wat heden U ontmoeten moog’
Denk daarbij niet aan morgen
Het is genoeg , dat elke dag
Zijn last is toegemeten.
Die heden zorgt, zal stellig U
Ook morgen niet vergeten!
Hij geeft voor elke dag u brood
En kracht en licht en leven
Zou Hij niet morgen evenzeer
U, wat u goed is, geven?
Zie daarom niet zo ver vooruit
Met zuchten en met zorgen;
Wie heden op zijn God vertrouwt
Ziet ’s Heeren hulp ook morgen!
Zijn trouw is elke morgen nieuw
’t Was gisteren zo en heden
Wie op die trouw zich gans verlaat
Kan moedig voorwaarts treden!
En is de laatste stap gedaan,
De laatste band verbroken
Dan roepen wij met blijdschap uit:
“Heer, niets heeft ons ontbroken!”