Strakke paden van dit kerkhof
bewaren hemeldiep geheim:
dit kleine, statig krakende grind,
waarover wij onze doden dragen,
zal, wanneer de koning
afdaalt van de bergentrap,
juichen en ruizen,
voeten van onze geliefden
zullen dansen en springen:
hun wachten is beloond.

Dan heffen wij samen
armen en handen hoog,
zullen wij juichpoorten zijn,
maken wij ons mooi:
doen sterren in ons haar,
huppelen en draaien rondjes
in de herkregen hof.

...de bazuin zal immers schallen en de doden zullen worden opgewekt tot onvergankelijkheid en wij, wij zullen worden veranderd. (1 Cor. 15: 52)