Als mijn levensscheepje,
door de storm wordt bewogen
en al mijn pogen,
niets meer mag vermogen.

Is dan mijn levensscheepje,
aan zijn lot overgelaten?
Als de golven met hoge maten;
overslaan en ik ben in alle staten!

Moet dan vergaan mijn levensscheepje,
naar de diepte van de zee?
Heere, die gedachte geeft mij zoveel wee,
maar ik zend tot U op mijn beê.

Een anker heeft mijn levensscheepje;
In alle strijd, niet aan gedacht!
Ik ging tegemoed; een nacht,
maar Eén gaf mij kracht!

Het anker van mijn levensscheepje.
Ik werp het in "zee" en het doet;
zijn werk, het hecht zich vast in hèt Bloed!
De vaste grond waar het anker in moet.

Zo ligt mijn levensscheepje;
nog wel op de woeste baren,
maar die zullen eens bedaren!
Mijn Heiland zal mij bewaren!!